Champagne in boeken: Rituelen

'Ik heb voor deze feestelijke gelegenheid een flesje champagne koud gezet, mijnheer Taads,' zei Riezenkamp.
'Dat is heel aardig van u, mijnheer Riezenkamp, maar dat is aan mij nu niet besteed. Maar als u mij een plezier wilt doen, drinkt u het dan samen op.

...

Vier nullen, dacht Inni. Dat kon alles zijn tussen de tien en de negentig. Maar als Riezenkamp het niet wou zeggen zou hij er niet om vragen. Er was altijd wel iemand die wist wat die kom bij Drouot gedaan had, en de rest was makkelijk uit te rekenen - dat was dan het Judas-element.
'Ik heb geen bezwaar tegen een glaasje champagne,' zei hij.
'Het zal mij benieuwen,'zei Riezenkamp toen hij het eerste glas had ingeschonken, 'wanneer hij ons uitnodigt voor een theeceremonie. Heeft u dat wel eens meegemaakt?'