Drappier cava

“Ik heb hier een fles Drappier, maar het is de champagne.”
“Mooi.”
“Excuses, de cava is er niet meer, daarom heb ik de champagne meegebracht.”
“Dat is wat we hebben besteld, champagne, een fles Drappier brut.”
“Er is ook een cava van Drappier …”
“Dat lijkt me sterk.” (Die opmerking ontsnapte aan het domein van mijn gedachten.)
“… die heeft mijn collega aangeslagen, maar ik heb in plaats daarvan de champagne.”
“We vinden het prima, als je deze fles maar voor ons neerzet.”