Champagne in boeken: Alleen maar nette mensen

Mijn ouders hadden een fles Piper Heidsieck meegenomen voor de moeder van Rowanda. Janine bekeek de fles en zette die, nog in de cadeauverpakking, op de keukenvloer, tussen een paar lege colaflessen.

...


Het was weer stil. Totdat Rowanda en Janine de pannen op tafel zetten, naast een stapel borden. Daarnaast lagen door elkaar wat vorken, lepels en messen. Ook stonden er een fles cola, een fles Fanta, en een paar glazen.

Mijn moeder onderzocht het eten. ‘Hoe heet dit gerecht?’ vroeg ze.

‘Rijst,’ zei Janine. ‘Met kip en groente.’

‘Maar hoe heet het?’ vroeg mijn moeder.

‘Rijst. Met kip en groente,’ zei Janine.

‘Wie gaat waar zitten?’ vroeg mijn moeder aan mijn vader. ‘David naast Rowana en ik naast jou?’
Niemand luisterde. Ze vroeg, nu rechtstreeks aan mij: ‘Wie gaat waar zitten?’

‘We zitten niet aan tafel,’ zei ik. ‘We eten op de bank.’

‘En wat gaan we drinken?’ vroeg mijn moeder. ‘Het zal wel pittig zijn. Ik denk dat we wit moeten drinken.’

Mijn vader keek even naar de ingepakte fles Piper Heidsieck, die in de keuken op de grond stond. Ik schonk twee glazen Fanta voor ze in.

...


In de auto terug naar huis, in mijn vaders Volvo V50 van de zaak, was het stil.

Tot mijn moeder opmerkte: ‘Het was eh... interessant.’

Ik zei: ‘Mooi.’

‘Ik wil niet zeuren,’ zei mijn vader. ‘Maar onze fles champagne heeft meer geld gekost dan al dat eten bij elkaar.’

Uit: Alleen maar nette mensen, Robert Vuijsje (2008)