‘Ik wil een echte negerin,’ zei ik. ‘Een die nog nooit met een blanke man heeft gepraat. De bounty moet ik niet.’
‘Wat is de bounty?’ Dokter Bornstein kijkt je altijd aan alsof hij precies weet wat je op dat moment denkt. Hij probeert met van die slimme, inzichtelijke opmerkingen te komen.
Een paar jaar eerder organiseerden mijn ouders een tuinfeest omdat ik mijn middelbareschooldiploma had gehaald. Dokter Bornstein stond in de tuin en hield een glas Piper Heidsieck omhoog.
‘Wellicht denk je dat je klaar bent.’ Ik moest samen met hem mijn glas omhoog houden. ‘Maar nu begint het leven pas echt. De universiteit, dat is waar het gebeurt, mijn jongen.’
Mijn jongen, wie zegt dat nou? Ik wilde niet naar dokter Bornstein, maar ik had geen keuze. Terwijl ik me oriënteerde op de juiste studierichting boden mijn ouders wat financiële ondersteuning. Het kwam erop neer dat ze alles betaalden.
Uit: Alleen maar nette mensen, Robert Vuijsje (2008)