Binnen was het net zo donker als buiten op het parkeerterrein. In het midden stonden stoelen, links was een podium waarop een meisje op haar rug lag. Haar benen staken in de lucht, wijd uit elkaar. Voor het meisje stond een man in trainingspak van dichtbij tussen haar benen te kijken. Om de paar seconden gooide hij een dollar op het podium. Het meisje hield haar hoofd omhoog, om te zien waar de dollars terecht kwamen, zodat ze die snel kon pakken en op een stapeltje in haar hand bewaren.
Een vrouw in een spijkerbroek en een rood T-shirt kwam vragen waar ik wilde zitten.
‘Doe maar achteraan,’ zei ik. ‘En breng me een fles van jullie beste champagne.’
‘We hebben bier. Of sterke drank.’
Uit: Alleen maar nette mensen, Robert Vuijsje (2008)
